Nieuws

Oppassen bij verzoek om informatie die de inspecteur zelf al heeft

Afbeelding voor Oppassen bij verzoek om informatie die de inspecteur zelf al heeft
Delen

In de praktijk zien wij het steeds vaker gebeuren dat de inspecteur informatie opvraagt bij derden. In binnen- en buitenland. Eenmaal ontvangen, vraagt hij dezelfde informatie ook op bij de belastingplichtige. Dat is oppassen geblazen.

Inspecteur heeft ruime bevoegdheden

Het recht kent de inspecteur ruime bevoegdheden toe bij het verzamelen van informatie. Niet alleen bij de belastingplichtige zelf, maar ook bij derden. Dat kan in het binnenland zijn maar ook in het buitenland. De praktijk leert dat de inspecteur hier steeds meer gebruik van maakt. Met name bij belastingplichtigen die het in zijn ogen niet zo nauw nemen met de fiscale regels, zoals bij verzwegen vermogen en trustachtige structuren.

Nogmaals opvragen bij de belastingplichtige

Is de informatie eenmaal ontvangen van de derde, dan vraagt de inspecteur deze vaak nogmaals op bij de belastingplichtige. Geheel of gedeeltelijk en onder ‘dreiging’ van een informatiebeschikking. En dat zonder aan te geven welke informatie reeds van de derde is ontvangen. Ook niet in de bezwaarfase tegen een aanslag of informatiebeschikking, waarbij inzage in het dossier een wettelijk recht is voor de belastingplichtige.

Bedoeld om een informatiebeschikking uit te ontlokken

In onze ogen kan deze handelwijze niet anders bedoeld zijn dan voor het uitlokken van sancties. Zo stelt de inspecteur een informatiebeschikking vast als de informatie niet (volledig) wordt verstrekt. Als deze beschikking standhoudt, draait de bewijslast om en wordt deze verzwaard. Een prettig vooruitzicht voor de inspecteur, want die mag zijn open eindjes veronderstellenderwijs en al schattend gaan invullen. Een slecht vooruitzicht voor de belastingplicht daarentegen, want deze mag met een verzwaarde bewijslast het tegendeel gaan bewijzen.

Bedoeld om een strafonderzoek te starten

Naast de informatiebeschikking zien wij in de praktijk dat de inspecteur deze handelwijze kiest om een strafonderzoek mogelijk te maken. Verstrekt de belastingplichtige namelijk geen, onvolledige of onjuiste informatie dan ontstaat de verdenking van een strafbaar feit uit artikel 68 AWR. Dat kan aanleiding zijn voor een strafrechtelijk onderzoek, hetgeen de FIOD onder meer de mogelijkheid biedt tot huiszoeking. Hoewel Hof Den Bosch hier recentelijk zeer kritisch in is geweest , heeft de Hoge Raad hier vooralsnog geen stokje voor gestoken en blijft dit een aantrekkelijke route voor de Belastingdienst.

Kortom

Komt u in aanraking met een situatie als deze, aarzelt u dan niet contact met ons op te nemen. Wij hebben al meerdere cliënten bijgestaan in situaties als deze en overzien het gehele speelveld, ook de strafrechtelijke kant.